Drijvers markeren onderwaterexperiment
Harde substraten in Waddenzee
Eind april hebben de wetenschappers van het Waddenmozaïek hard gewerkt om – ondanks de omstandigheden – het eerste gezamenlijke experiment voor de deelprojecten hard substraat en schelpdierherstel in zee te krijgen. Hard substraat zoals zwerfkeien en kienhout kwam vroeger meer voor in de Waddenzee, maar is in de loop der tijd door mensenhand verwijderd of door sedimentatie onder het zand verdwenen. Een harde ondergrond biedt een schuilplaats, vestigingsplek en kraamkamer voor organismen in de Waddenzee. De wetenschappers van het NIOZ en de Rijksuniversiteit Groningen willen weten hoe het terugbrengen van deze substraten de diversiteit van de Waddenzee kan verrijken. Daarom zijn zes verschillende typen materialen 60 kooien van 1m2 de zee in gelaten, om de komende vier jaar te volgen wat ermee gebeurt. De materialen zijn: stenen, kiezels, hout, schelpen, steenriffen en biologisch afbreekbare plastic structuren.
Doel om het meest geschikte substraat te vinden voor het herstellen van de diversiteit van de Waddenzee. Aan boord van de Harlingen 2, het schip van handkokkelvisser Jouke Visser, heeft een team van drie met man en macht gewerkt om het experiment te starten. Zij zijn naar de kombergingen Eijerlandse gat (tussen Texel en Vlieland) en Schild (bij de Rottums) gevaren. Gebieden die er op de kaart geschikt uitzagen, zijn eerst van dichtbij bekeken om een inschatting te maken of bodem stevig genoeg en het water er diep genoeg was. Vervolgens zijn de 60 kooien geplaatst op plekken die permanent onder water zijn. Wanneer je erlangs vaart zie je alleen de met ‘NIOZ’ gemarkeerde boeien. De wetenschappers zullen de kooien in de loop van de komende vier jaar nog een paar keer aan dek halen om zo te volgen hoe de materialen zich in de Waddenzee gedragen. Daarnaast houden precies ze bij wat er allemaal groeit en leeft op de verschillende substraten.