Een groep wetenschappers heeft een brief gestuurd aan de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat van de Tweede Kamer. In deze brief uiten zij hun verbazing dat beschikbare natuurdata niet zijn benut in de keuze van het tracé van de kabels die windmolens op zee met het vasteland verbinden. Het westelijk tracé loopt namelijk door een van de meest waardevolle delen van de Waddenzee, met de meeste biodiversiteit. De onderzoekers geven aan dat werkzaamheden voor kabelaanleg in dit gebied tot schade kan leiden aan de wadbodem en de soorten die erop leven.
Tot nu toe is er regelmatig aandacht voor de ecologische schade die kabelaanleg oplevert aan het duin- en kweldergebied van Oost-Schiermonnikoog. De onvermijdelijke schade aan de wadbodem met gevolgen voor vogel- en vissoorten die van het bodemleven afhankelijk zijn, bleef daarbij tot nu toe onderbelicht.
Hotspots voor biodiversiteit
In de brief wijzen de onderzoekers op een kaart met de ‘biodiversiteitshotspots’ in de Waddenzee. Deze kaart is gebaseerd op analyse van bijna 5500 bodemmonsters, onder andere van het project Waddenmozaïek, aangevuld met mosselbank- en zeegraskartering. Deze informatie toont aan dat vooral de ondiepe en droogvallende wadplaten met lage dynamiek zijn zeer soortenrijk en erg kwetsbaar voor verstoring. Onbekend is wat de hersteltijd is van deze biodiversiteitshotspots na mechanische verstoring bij de kabelaanleg.
Diepe en snelstromende getijdengeulen -zoals die bij het oostelijk tracé door de Eems- zijn juist relatief soortenarm.