Een maatregel die kan worden genomen om het herstel van een rijke bodemleven in de Waddenzee te bevorderen, is lokale sluiting van gebieden. Hierbij worden bepaalde delen van de Waddenzee afgesloten voor bodemberoerende menselijke activiteiten, zoals visserij en toerisme. Binnen Waddenmozaïek onderzoeken we waar gesloten gebieden het meeste kunnen bijdragen aan de bescherming van bodemleven en hoe effectief gebiedssluiting als beschermingsmaatregel eigenlijk is. Om dit te testen is recent een grote proef van start gegaan waarbij onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en NIOZ samen met een garnalenvisser als experiment gebieden verstoren om daarna de komende jaren het herstel van bodemleven te volgen.
Hoge en lage dynamiek
Er is op dit moment nog weinig kennis over het herstel van het bodemleven op het Nederlandse ondergedoken wad na verstoring. Deze kennis is cruciaal om te beoordelen hoe effectief maatregelen, zoals het sluiten van gebieden voor menselijke activiteiten, zijn. Belangrijk hierin is om onderscheid te maken tussen gebieden met een hoge natuurlijke dynamiek (sterke stroming, hoge golven) en gebieden met een lage natuurlijke dynamiek. Het effect van een extra verstoring door menselijke bodemberoering kan immers een ander effect hebben, afhankelijk van deze verschillende uitgangssituaties. Dit komt doordat het effect van bodemberoering op het bodemleven afhankelijk is van de eigenschappen van soorten die er leven, en in welke mate zij zijn aangepast aan de van nature aanwezige verstoringsgraad. In hoog dynamische gebieden, waar vaak robuustere soorten voorkomen, is te verwachten dat het bodemleven minder effecten zal ondervinden van versterkte verstoring door menselijke bodemberoering. Echter, in laag dynamische gebieden (rustig water), waar over het algemeen soorten voorkomen die kwetsbaarder zijn en een langere levensduur hebben, zouden de effecten op het bodemleven aanzienlijk sterker kunnen zijn. Daarnaast is het belangrijk te testen of een verhoogde verstoring door menselijke bodemberoering nadelig kan zijn voor deze bodemgemeenschappen, of dat deze wellicht verwaarloosbaar is in een dynamisch systeem als de Waddenzee.
Grote bemonsteringscampagne
Voor het onderzoek zijn zes gebieden gekozen die in de afgelopen 5 jaar niet beroerd zijn geweest. Deze gebieden zijn uitgekozen omdat ze op een gradiënt van natuurlijke achtergrondverstoring liggen (laag-, middel en hoog-dynamische gebieden). Deze gebieden zullen de komende 2 jaar experimenteel beroerd worden met hulp van een garnalenkotter. Deze verstoring wordt gedaan in verschillende frequenties en met verschillende intensiteit (verschillend aantal passages) waarbij een van de vlakken onberoerd blijft om te zien of de reactie van het bodemleven afhankelijk is van deze factoren. In juni hebben we eerst een bemonstering gedaan samen met kokkelvisser TX-96. Daarbij hebben we in kaart gebracht hoe het bodemleven eruitziet zonder beroering. In september was de eerste experimentele beroering. Hiervoor hebben we samengewerkt met de vissers van de LO-8. In de week erna hebben we een nieuwe bemonsteringsronde gedaan. Deze wordt vergeleken met de ‘nul-situatie’ in juni om de eerste effecten van beroering in kaart te brengen.
Mosselbank Griend
Een vergelijkbaar experiment wordt uitgevoerd op een mosselbank voor het eiland Griend, samen met de HA-24. Hierbij worden kleine vlakken (12.5 bij 12.5 meter) van een mosselbank in verschillende periodes van het jaar beroerd met een speciale kokkelhark om te kijken hoe snel zo’n bank zich herstelt en of dit afhankelijk is van het moment van beroering (voorjaar, zomer of najaar). Voor dit experiment is de eerste beroering al geweest in mei (voorjaar) en juli (zomer) 2021 en op dit moment werken we aan de monitoring.
De kennis die deze experimenten opleveren is essentieel om een beter zicht te krijgen op de effecten van verstoring op het bodemleven in de Nederlandse Waddenzee, en het verloop van herstel. Deze kennis kan vervolgens gebruikt worden om de effectiviteit van het sluiten van gebieden voor menselijke activiteit te evalueren. Hiermee hopen we een bijdrage te leveren aan een duurzame verdeling tussen natuurlijke processen en menselijke activiteiten in de Waddenzee.